Gebouwenfluisteraars

Projecten 16-09
Gebouwenfluisteraars

Bij Braaksma & Roos Architectenbureau maken ze de ‘monumenten van de toekomst’, door zorgvuldig op zoek te gaan naar het verhaal van een gebouw en hier een nieuw hoofdstuk aan toe te voegen.

Gebouwenfluisteraars

TEKST Eva Vroom
FOTOGRAFIE Arjen Veldt

Gebouwenfluisteraars

Transformatie van bestaande gebouwen betekent altijd streven naar het perfecte evenwicht tussen wat er al is, wat je weghaalt en wat je toevoegt. Wat is het verhaal van een gebouw, de historische context? Hoe verbind je het gebouw met zijn omgeving? Maar vooral: wat wil de opdrachtgever, en hoe gebruik je vormgeving en materialen om karakter en waarden van een monument te onderstrepen, passend bij het nieuwe gebruik?

Gebouwenfluisteraars

Braaksma & Roos Architectenbureau zoekt naar het antwoord op deze vragen. Ze zijn er gespecialiseerd in restauratie en herbestemming en werken door het hele land aan een breed portfolio: van stationsgebouwen tot theaters, van industrieel erfgoed tot kerken, forten en buitenplaatsen. Bekende projecten zijn onder meer het Centraal Station en de Westergasfabriek in Amsterdam, de LocHal in Tilburg en BK City in Delft.

Gebouwenfluisteraars

Architecten Christina Kaiser en Kristof Houben zijn sinds een jaar partner bij het Haagse bureau. Houben: “We zetten ons in om met het bureau een breder werkterrein te beslaan, vanuit restauratie meer naar transformatie van bestaande gebouwen.”

Gebouwenfluisteraars

Masterplan

Een mooi recent voorbeeld van deze bredere aanpak is Den Hartogh Basecamp, de nieuwe thuisbasis van Royal Den Hartogh Logistics in de Rotterdamse Waalhaven. Braaksma & Roos werkt hier als architect en coördinator van het integraal ontwerpteam met Bremen Bouwadvies, Pieters Bouwtechniek en Buro Harro aan de transformatie van een oud werkplaatscomplex op de kop van

Gebouwenfluisteraars

de Sluisjesdijk, inclusief interieur en landschappelijke inbedding van het gebouw. Opdrachtgever Pieter den Hartogh wil van Basecamp een campus maken met behalve voor zijn eigen bedrijf ook ruimte voor andere bedrijven. Braaksma & Roos onderzocht de kwaliteiten van het bestaande gebouw en koppelde deze aan de visie van de opdrachtgever. Daarbij vormden Rotterdamse dynamiek en nuchterheid de leidraad voor het masterplan van de gehele transformatie.

Gebouwenfluisteraars

De kop van het gebouw wordt het representatieve kantoorgedeelte. In de lange Maasvleugel komt het nieuwe werklandschap voor Den Hartogh, met behoud van het indrukwekkende betonskelet. “Samen met de opdrachtgever zoek je naar de balans tussen het bestaande gebouw en het nieuwe interieur”, aldus Houben. Om het gebouw te transformeren tot passende werkomgeving voor Den Hartogh, verwijderde Braaksma & Roos de gehele inbouw – een labyrint van kleine kamertjes en gangetjes met verlaagde plafonds. Dankzij de daklichten en de twee nieuwe vides kan het daglicht tot diep in het gebouw doordringen. Een grote houten tribunetrap verbindt als een ontmoetingsplek de twee kantoorverdiepingen.

“We hebben diverse concentratie- en overlegplekken ontworpen, maar dit gebouw wordt zoveel meer dan alleen een kantoor. Er komen ook sportfaciliteiten, een binnentuin, stijlkamers, een panoramische koffiecorner en een skybar.”

Aanjagers

Met Den Hartogh Basecamp wordt een belangrijke impuls gegeven aan dit deel van Rotterdam. “Onze projecten zijn vaak aanjagers voor gebiedsontwikkeling”, zegt Kaiser, die in dit verband ook POST, het voormalige Hoofdpostkantoor in Rotterdam noemt. “Dat gebouw wordt sinds 2009 niet meer gebruikt en staat in een ‘dood’ gebied waar weinig gebeurt.” In samenwerking met ODA New York werkt Braaksma & Roos hier aan de herontwikkeling van het rijksmonument tot openbaar gebouw. De ingangen aan de Coolsingel en de Meent vormen samen met de imposante hal het hart van het gebouw, met daarin winkels, galeries en restaurants. Op de verdiepingen komt een vijfsterrenhotel. Kaiser: “Aan de achterzijde activeren we de voormalige expeditiehof als tweede hart van het gebouw. Hier landt op behoedzame wijze een woontoren, die het karakter van het monument respecteert. Omdat het gebouw nog leeft in de herinnering van de Rotterdammers, is de ‘landing’ van de toren zorgvuldig in nauwe co-creatie met ODA ontworpen. Zodat ook deze kant te herkennen is als een – weliswaar nieuwe – versie van het Postkantoor. dankzij de horizontale geleding, robuuste materialisatie en de afwisseling tussen open en besloten. Na de transformatie verbindt POST de Meent, de Rode Zand en de Coolsingel met elkaar, en geven we de plek terug aan Rotterdam. Dat vinden we ook het leukste aan een project: dat je het aan de gebruiker kunt geven.”

Nieuwe binnenhaven

‘Dode’ plekken weer tot leven brengen en teruggeven aan de stad, dat is ook wat er gebeurt met de monumentale Van Gendt Hallen op het Amsterdamse Oostenburg. De vijf aaneengeschakelde industriehallen dateren van eind 19e eeuw en hebben een oppervlak van 13.000 m2. Na tientallen jaren leegstand worden de hallen onder inspirerend opdrachtgeverschap van Eduard van Zanen door Braaksma & Roos getransformeerd en ingevuld met een verscheidenheid aan functies. Het complex gaat onder andere onderdak bieden aan technologische startups, kunstenaars en aan het nieuwe Drift Museum. Kaiser: “De hallen krijgen hun karakter weer terug, met schuifpoorten en de daklichten weer op hun oorspronkelijke plaats. De industriële uitstraling met oude installaties, leidingen en schachten, hijsconstructies en bovenloopkranen blijft zoveel mogelijk bewaard; het is een kwestie van langzaam ‘afpellen’ zonder daarin te ver te gaan.”

Wel worden er maatregelen getroffen om de hallen energieneutraal te maken. Houben: “Het dak is heel goed geïsoleerd, de vloer wordt verwarmd en gekoeld met twee WKO’s die gebruik maken van aardbuffering. Verder gaan we werken met klimaatzones, een soort LocHal 2.0.” Om het monument te verbinden met zijn omgeving, wordt de oude spoorlijn die ooit de hallen doorkruiste nu een straat, als directe aansluiting op de wijk en het water. Kaiser: “Het hele complex gaat weer open, en de omliggende kade wordt geactiveerd. De grootste ingreep vindt plaats aan de kade. Hier wordt de entree naar en vanuit de stad gemarkeerd door een nieuwe binnenhaven. Als plaatsvervanger voor de oude hijskraan hebben we hier een nieuwe bok ontworpen, een multifunctioneel volume van staal en glas. Bij dit soort oude industriële complexen is het altijd zoeken naar manieren om behoedzaam om te gaan met het karakter, radicale ingrepen te durven maken en toch de kleinschaligheid en de menselijke maat te waarborgen.”

Teksten

De menselijke maat kan vaak gevonden worden in het zorgvuldig bewaren en laten zien van sporen uit het verleden. Zelfs als dat betekent dat je daarvoor ongebruikelijke keuzes moet maken, zoals gebeurde bij het Eiffelgebouw in Maastricht. Het witte ensemble van drie geschakelde gebouwen huisvestte van 1928 tot 2006 de sanitair fabriek van Koninklijke Sphinx. Toen deze was verhuisd naar een modernere locatie, wilde de gemeente Maastricht het hele Sphinx-kwartier herontwikkelen tot moderne stadswijk met een belangrijke culturele functie. Uit 35 architectenbureaus werd Braaksma & Roos geselecteerd voor de restauratie en herontwikkeling van het gebouw, dat nu onderdak biedt aan het Student Hotel, loftwoningen, kantoren en publieke functies.

Kaiser: “In het Eiffelgebouw stonden de teksten van voormalige werknemers nog op de wanden. Die wilden we bewaren, dus we konden niet aan de binnenzijde isoleren. Daarom hebben we juist de buitenzijde geïsoleerd, en opnieuw gestuukt en geschilderd, waarbij er met een speciale kam horizontale lijnen in het stucwerk zijn getrokken om het gevoel van bakstenen terug te brengen.”

Circulair bouwen

Behalve iconische gebouwen en imposante fabriekscomplexen zijn er ook de ‘lelijke eendjes’ – gebouwen die op het eerste gezicht niet veelbelovend lijken. Houben: “Neem bijvoorbeeld De Titaan in Den Haag in het oude Harting-bank gebouw, daar bleek toch heel veel potentie in te zitten.” Dit gebouw, nu een broedplaats voor creatieve bedrijven op het Binckhorstterrein, is een ontwerp uit 1964 en diende als tabaksopslag voor de Caballerofabriek. Het had weinig architectonische kwaliteiten, maar wel een interessante gevel. “Ons uitgangspunt is dat we niet gaan slopen, maar gaan hergebruiken. We hebben de blauwe dakrand verwijderd en er een extra verdieping opgezet.” Deze nieuwe verdieping is aan de zuidzijde recht doorgetrokken, waarmee een entreegebied ontstaat dat aansluit op het heringerichte voorplein.

Net als bij de Van Gendt Hallen is ook hier de relatie met de omgeving en het water versterkt. De gevel aan de waterkant is op de begane grond teruggelegd. Dit creëert een nieuwe looproute langs de kade, met trappen en zitplekken waar iedereen gebruik van kan maken. Het openbare karakter van de kade loopt door in het hart van het gebouw, waar nieuwe vides en daklichten zorgen voor licht en contact tussen de verdiepingen. Braaksma & Roos oogstte voor de transformatie zoveel mogelijk materialen uit het gebouw. Houben: “We hebben een groot deel van de bestaande draagstructuur hergebruikt als basis voor de nieuwe verdieping. De dakspanten konden we inzetten rondom het nieuwe atrium, en geoogste vloerbalken zijn verzaagd tot lattenbekleding voor de akoestische wanden. Circulair bouwen past bij onze aanpak. De Titaan was een van de pilotprojecten van ‘Het Nieuwe Normaal’, een verduurzamingskader dat we inmiddels bij meerdere projecten gebruiken.”

Ruwe eerlijkheid

Een bijzonder staaltje herbestemming is nog altijd BK City in Delft, waar in 2008 na de brand in de faculteit Bouwkunde het universitaire hoofdgebouw van de TU Delft is herontwikkeld tot nieuw onderkomen voor de faculteit. Braaksma & Roos, dat al een vergevorderd bestemmingsplan had voor 170 appartementen in het gebouw, zette dit ontwerp in slechts vier maanden tijd om naar een masterplan voor de faculteit Bouwkunde. Houben: “Juist die snelheid maakt dat dit gebouw een soort ruwe eerlijkheid heeft, met de constructie en installaties in het zicht.”

Het oorspronkelijk vrij sombere complex met vleugels rondom twee centrale binnenhoven werd een licht en laagdrempelig faculteitsgebouw, dankzij het concept van de straat. Deze lange hoofdgang verbindt alle gebouwdelen en vormt samen met de twee overkapte binnenplaatsen het sociale hart van de faculteit. Wat aanvankelijk als tijdelijke noodoplossing was bedoeld, bleek zo succesvol dat de TU het gebouw als permanente huisvesting voor de faculteit aanwees. Het project gold destijds als een van de meest innovatieve en inspirerende herontwikkelingen in Europa.

Tweede leven

Bij herbestemming van gebouwen draait het uiteindelijk vooral om de vraag hoe je dit doet zonder karakterverlies. Bij Braaksma & Roos weten ze dankzij jarenlange ervaring op dit gebied precies hoe je dat aanpakt. Ze gaan bijna behoedzaam te werk, als een soort gebouwenfluisteraars die een gebouw transformeren zonder het geweld aan te doen. Kaiser: “Je wilt een gebouw een tweede leven geven maar daarbij ook het oorspronkelijke karakter bewaren, want de rijkdom aan tijdslagen maakt het juist bijzonder. Soms moet je daarvoor verrommeling weghalen, maar wij willen geen stolp over een gebouw zetten. We lezen het verhaal van het gebouw, en voegen er een nieuw hoofdstuk aan toe.”

www.braaksma-roos.nl