Het Rotterdamse Hotel Not Hotel is geen standaard hotel. Net als de locatie en de inrichting. Het ligt enigszins verborgen om de hoek van het Centraal Station en is volledig ingericht door kunstenaars. Een nog altijd uitdijend project, onder leiding van twee ongeremd enthousiaste ondernemers.
TEKST Peter van Kester
FOTOGRAFIE Ronald Smits
Hotel not Hotel en Perron Nul
Hotel Not Hotel ligt op nog geen 200 meter van het Centraal Station. Ooit sliepen op deze locatie, het zogeheten Perron Nul, daklozen en verslaafden. Tijdens de rondleiding vertelt Bruno Bont, samen met Tijmen Receveur eigenaar van het hotel, dat de bouwvakkers ‘s morgens vaak de verslaafden moesten wekken voor ze aan het werk konden. Maar de troosteloosheid van toen is verdwenen en maakte plaats voor een uitnodigend buitenterras met plantenbakken, groene bankjes en rode tafeltjes. Bont: “Na tien jaar Hotel Not Hotel in Amsterdam wilden we ook een vestiging in Rotterdam. De anonieme locatie, onderdeel van een groter complex, vormde een uitdaging. De ruimte was casco en had aantrekkelijke hoogteverschillen. In de betonnen buitengevel zaagden we grote en kleinere ramen om het restaurant en de kamers te voorzien van licht. Voor de inrichting in Amsterdam hadden we via de Design Academy in Eindhoven contact gelegd met Collaboration-O. Zo leerden we Sander Wassink en Jelle Mastenbroek kennen die daar toen nog lid van waren.
De leden deelden een gemeenschappelijk atelier in een grote hal, waarin ieder zijn eigen ruimte had gebouwd. Dat wilden wij ook! Keramist Hans van Bentem en computerkunstenaar Arno Coenen kenden we ook nog van Amsterdam en zo ontstond een vierkoppig team dat carte blanche kreeg.”
Verticaal zwembad
Hotel Not Hotel houdt het midden tussen een hotel, een huiskamer en een kunstgalerie met bijbehorend restaurant. Het telt 36 kamers, variërend van klein tot midden en groot. De meeste kamers hebben een eigen badruimte, de drie suites zelfs een bubbelbad. Televisies en telefoons zijn bewust afwezig. Kunstenaar/ontwerper Sander Wassink bepaalde de grote lijnen van de inrichting. Hij bouwde een maagdelijke gipsmaquette die herinnert aan de collages van Jan Schoonhoven.
Maar maagdelijk is Hotel Not Hotel niet geworden. Wandelend door de ruimten val je van de ene verbazing in de andere. Een aantal kamers ligt aan een kleurrijk Italiaans dorpspleintje dat wordt geflankeerd door een fictief verticaal zwembad. Andere kamers zijn ondergebracht in het Hans & Grietje-achtige Candy House. Of achter bibliotheek-kasten die zich openen als deuren, in spiegel- en kasteelkamers en zelfs in een mega koekoeksklok. Geestige museumbordjes beschrijven de kamers en kunstwerken. Dieprode plafonds, blauwe muren en gele trappen werken als een rode draad en het wonderlijke is: alles harmonieert. Misschien zullen de gasten niet altijd direct hun kamer vinden, maar de beoogde doelgroep - vooral jonge city-trippers - weet dat te waarderen.
In tegenstelling tot de uitbundige gevels zijn de kamers basic ingericht. Met comfortabele bedden, fraai betegelde natte cellen, parketvloeren, kleine schrijftafels en kledingrekken en echte kunst aan de muren. Vaak er is indirect licht van buiten terwijl de subtiel toegepaste kleuren ruimtelijk en rustgevend werken.
RyanAir met kunstenaars
Het hotel telt drie verdiepingen. Op de begane grond ligt het Mexicaanse restaurant Jesùs Malverde, genoemd naar de Mexicaanse beschermheilige van smokkelaars en drugsverslaafden. Sander Wassink ontwierp in de lage ruimte een compleet rood interieur en bracht er panoramische ramen aan. De banken met hun vloeiende vormen en metalen tafeltjes die rond hun as draaien, stimuleren het contact met andere gasten. Aan het plafond ‘zweven’ lampen waarin blauwwitte wolkjes oplichten alsof je naar de hemel kijkt. Zij verzachten de licht claustrofobische sfeer van de ruimte. Achter het restaurant ligt de ontvangstbalie en daarnaast het door Jelle Mastenbroek ontworpen Italiaanse dorpsplein. De aantrekkelijke, bijna Zuid-Amerikaanse kleuren blijken afkomstig uit een bestaand Italiaans dorp. Bont: “Jelle wilde een echt dorpsplein en voegde er expres lelijke elementen aan toe zoals elektriciteitskabels en airco’s. Zelfs een nis met Mariabeeld ontbreekt niet. Wij treden op als curator en geven onze kunstenaars alle vrijheid. Maar we bewaken het budget scherp, de verbouwing gebeurde midden in de coronaperiode. We verwachten dat zij met minimale middelen creatieve resultaten neerzetten en ondersteunen hen optimaal. Voor het sanitair zijn we bijvoorbeeld met het hele team naar Villeroy & Boch in het Duitse Metlach gereisd. Mijn persoonlijke contacten met groothandels maken aantrekkelijke deals mogelijk. We bouwen ook zelf mee en we struinen Marktplaats af. Zo kocht ik in Rotterdam iemands complete tuininrichting op. Ik kwam voor het tuinmeubilair, maar vertrok met alle beelden die er stonden. We zijn een budgethotel dat je zou kunnen vergelijken met RyanAir, maar dan mèt kunstenaars.”
Candy House
Hans van Bentem ontwierp de gevel van het Candy House. Sprookjesachtig en spooky tegelijk, bezaaid met pikante verlokkingen als taarten, snoepgoed, alcohol, maar ook borsten, billen en fallussen. Langs de ramen en balkons druipt marsepein. “Vroeger maakte ik levensgrote, zeer arbeidsintensieve keramische beelden”, vertelt Van Bentem die ook deelneemt aan de rondleiding. “Hier heb ik vooral met kleine elementen gewerkt die samen toch weer een groot beeld opleveren. In de raamkozijnen komen nog allerlei flessen drank te staan. In de Secret Book Case fungeert een boekenkast als hotelkamerdeur. Van de brandweer mochten er geen boeken komen. Daarom zette ik ze vol met keramische beeldjes in series. En in het restaurant kon ik mijn witte Dead Family sculptuur plaatsen. Ik maakte die ooit voor mezelf en hij komt hier perfect uit.”
Door het hotel zwerven kleurige houten beelden en meubelen. Ze blijken ook van zijn hand. Een bevriende collega nodigde Van Bentem uit naar Senegal te komen om er met houtbewerkers te werken. Hij liet er meubels en beelden hakken die hij deels bedekte met een dikke laag lak zoals daar gebruikelijk. Van Bentem: “Ik liet er losse elementen hakken zoals hoofden, rompen, benen, vazen, schoenen, noem maar op. Ze kunnen spontaan gestapeld worden met onverwachte resultaten.” Hij demonstreert het ter plekke en er ontstaan verrassend sterke combinaties. “Zodra wij vinden dat ze ‘klaar’ zijn, fixeren wij de losse delen definitief.”
Work in progress
Tegenover het Candy House ligt de Koekoeksklok van Arno Coenen, volledig opgebouwd uit gefreesde houten onderdelen. Alleen het uurwerk ontbreekt nog. Op de gevel ernaast prijkt zijn Eclectic Madness Landscape: een op behang geprint hallucinerend tafereel, in felle kleuren met bomen, lelies, kastelen, vogels, monsters, avatars en een te bevrijden sprookjesprinses. Aan dit plein bevinden zich ook de volledig met spiegels beklede Invisible Rooms. Het duizelt je wanneer je de trap erlangs afdaalt. Je hebt dan uitzicht op de Castle not Castle kamers, een kasteelachtige toren die door Bruno Bont eigenhandig met leisteen is betegeld. Sommige wanden zijn zowaar nog open, de zogeheten Red Canvas Rooms. Daar worden nog kunstenaars voor aangetrokken: Hotel Not Hotel is een interieur in progress. Ook de vestiging in Amsterdam verandert nog altijd.
De eigenaren overwegen inmiddels een vestiging in Eindhoven. “Er heerst daar een enorme dynamiek en we zijn met de gemeente in gesprek.” Maar ondertussen is Rotterdam – gemiddelde bezettingsgraad van 90 % – nog niet klaar. Achter het restaurant worden drie mini-kamers getimmerd die volledig met tapijt bekleed gaan worden. En de rondleiding eindigt bij een leeg terras. “Hier gaan we extra kamers bouwen die aansluiten op de bestaande binnenpleintjes”, vertellen Bont en Van Bentem enthousiast. “Zo moet er een organisch interieur ontstaan waarin je vanzelf van het ene naar het andere plein dwaalt. Zoiets kun je niet op de tekentafel ontwerpen. Het kan enkel organisch groeien en dat proberen we te laten gebeuren.”
Je zou het niet denken, maar aan Hotel Not Hotel ligt een idee ten grondslag dat het geheel aanstuurt. Toch ontwikkelt de inrichting zich vrij - alsof het leven er niet aan banden wordt gelegd en de wetten van de kunst er hun eigen universum creëren.
Legenda:
Opdrachtgever Hotel Not Hotel
Team Hotel Not Hotel eigenaren: Bruno Bont, Tijmen Receveur; ontwerpers / kunstenaars: Sander Wassink, Arno Coenen, Hans van Bentem, Jelle Mastenbroek
Design & build Team Hotel Not Hotel
Architect Daniel Leenders
Meubelen Sander Wassink
Brandveiligheid advies Peutz
Bouwadvies en uitvoering Pieter van Kruijsdijk, Toine Govers
Constructeur De ingenieursgroep
W-installaties Mario Lek / Lek loodgietersbedrijf
E-installaties Andre de Ruiter / ADR Elektrotechniek
Aannemer Robert Spalink Bouw
Oppervlakte 1200 m2