Met het vorig jaar geopende hoofdgebouw van het Radboudumc is de transitie naar een nieuwe zorgcampus na ruim 30 jaar afgerond. Architect van het gebouw, en de ontwikkeling van de campus, is EGM architecten, het interieur is ontworpen in samenwerking met Susanne Holtz Studio. Het resultaat is een warme, kleurrijke en rustgevende omgeving, waarin iedereen zich welkom voelt en je vaak nauwelijks het idee hebt dat je in een ziekenhuis bent.
TEKST Rutger van Oldenbeek
FOTOGRAFIE Scagliola + Brakkee
De architectuur van het nieuwe hoofdgebouw is een moderne vertaling van de Bossche School-stijl, waarin kenmerkende eigenschappen van het Radboudumc als het humanisme, de menselijke maat en verbinding met de natuur duidelijk herkenbaar zijn. Er staan verschillende monumentale gebouwen in Bossche School-stijl op de campus; belangrijkste bron van inspiratie was het direct naast het hoofdgebouw gelegen verpleeggebouw uit 1953, ontworpen door architect Pieter Dijkema en in 2015 naar ontwerp van EGM getransformeerd tot bestuursgebouw met publieksrestaurant. De Bossche School-principes komen onder meer terug in de ideale maatverhoudingen en natuurlijke proporties, gebaseerd op het plastische getal. Een ander belangrijk ontwerpprincipe is dat je overal daglicht en geleidelijke overgangen kunt ervaren – wat bijdraagt aan een ‘healing environment’.
Geïntegreerd ontwerp
EGM was als hoofdarchitect verantwoordelijk voor zowel het gebouw als het interieur, voor het laatste werd samengewerkt met EGM interieur en Suzanne Holtz Studio (SHS). Holtz maakte met EGM al eerder verschillende andere ontwerpen voor het Radboudumc. Ook is intensief samengewerkt met Iris Hobo, designmanager Radboudumc; zij ziet toe op alles wat met vormgeving te maken heeft op de campus. Samen met collega’s, EGM, ptg advies en een team van ontwerpers ontwikkelde ze de ‘design guidelines’ voor het medisch centrum die van toepassing zijn voor alle onderdelen van nieuwe (interieur)ontwerpen. “Het is een echt geïntegreerd ontwerp geworden”, vertelt Daniël van den Berg, projectarchitect en partner bij EGM, “en diverse disciplines in het ontwerpteam hebben de verschillende onderdelen steeds gelijktijdig geconcipieerd. Het was geen estafette, maar een ‘loop’, waarbij we steeds samen zijn opgegaan en één visie hebben gecreëerd.”
Voor het interieur werden verschillende thema’s ontwikkeld op basis van de Bossche School-stijl. Zo zijn in samenwerking met SHS motieven uit Bossche School-glyptieken vertaald naar een nieuwe grafische laag – van ‘onder water’ op de twee lager gelegen verdiepingen naar ‘de hemel’ op de bovenste verdieping – die is gebruikt voor onder meer de wanden en vloeren. Het kleurgebruik is gebaseerd op de vier seizoenen, met voor elke hoek van het gebouw een andere kleurstelling – zoals groentinten voor de lente en bruintinten voor de herfst. Daarnaast gebruikte SHS zoveel mogelijk neutrale kleuren (gebroken wittinten) en echte materialen (verschillende houtsoorten), zoals in de Bossche School-stijl. SHS voegde op basis van het voorwerk van EGM tevens een hospitality-laag toe aan het interieur. Van den Berg: “Dat is wat kort door de bocht, want hoewel we zoveel mogelijk een mix van een hotel en een zorginstelling wilden, blijft het natuurlijk toch het laatste.”
Aan het definitieve ontwerp ging veel onderzoek en een lange ‘oefentijd’ vooraf. Van den Berg: “Het is bijzonder hoe Radboudumc, met René Bleeker (toenmalig directeur Bouwzaken) voorop, echt de tijd heeft genomen om het gebouw te ontwikkelen met de mensen die het gebruiken, van patiënten en verpleegkundigen tot en met professoren en de Raad van Bestuur. We hebben bijvoorbeeld zo’n twee jaar geoefend met de structuur van het gebouw met onder andere expertmatige studies en reviews met gebruikers. Zo konden we zien hoe dat het beste kon worden opgebouwd en waar welke functies moesten komen. Ook zijn van veel onderdelen mock-ups gemaakt, om te kijken wat wel en wat niet werkt. Een ziekenhuis is een bijzondere omgeving waar medewerkers dagelijks met plezier moeten kunnen werken, maar patiënten eigenlijk liever niet komen. De ruimtes voor die patiënten wilden we zo intuïtief en functioneel mogelijk maken – van detail tot totale structuur.”
Kathedraaleffect
Het ruim 46.000 m² grote hoofdgebouw telt elf verdiepingen, waarvan twee onder de hoofdentree, die onder meer de poli oogheelkunde en ondersteunende diensten herbergen. Je komt binnen in een relatief lage, beschermende ruimte, daarna betreed je pas het gebouwhoge atrium. “De Bossche School gaat ook over transities, de volgende ruimte wordt steeds mooi ingeleid zodat je nooit zo maar ergens binnen komt”, zegt Van den Berg. “Het ‘kathedraaleffect’ van het atrium blijft uitnodigend maar is zo minder overweldigend en toch intiem.” Het atrium is geïnspireerd op dat van het bestuursgebouw (een gemeentelijk monument), en heeft dezelfde karakteristieke indeling en grote vensters. Er hangt een kunstwerk van Studio Drift – een abstractie van vliegende vogels. Er staan twee grote bomen, en ook op veel andere plekken in het gebouw is met groen de natuur binnengehaald.
De transparante liften zijn direct aan het atrium en duidelijk zichtbaar, de trappen zijn erachter geplaatst. “Om patiënten en bezoekers niet te ontmoedigen naar hoger gelegen verdiepingen te gaan”, stelt Van den Berg. “Je weet zo ook precies waar de liften zijn en dat creëert overzicht in het grote gebouw.” De liften zijn vrijwel geheel van glas en bieden een mooi uitzicht op het atrium. Naast de liftdeuren hangen originele glyptieken, afkomstig uit Bossche School-gebouwen op de campus die werden gesloopt. De beelden op de glyptieken zijn vertaald in een nieuwe, moderne grafische laag, onder meer te zien op de vloerkarpetten en folies op de ramen. Tegenover de liften zijn de trappen, waarnaar eveneens veel onderzoek is gedaan – hoe ze eruit moeten zien en hoe je het gebruik ervaart. De ruime trappen hebben massief houten treden en leuning en een extra, iets lagere, prettig aanvoelende metalen leuning.
Daglicht
Het atrium is precies in het midden van het gebouw, wat eveneens bijdraagt aan het overzicht. Links en rechts ervan zijn twee lagere atria, elk met een eigen gezicht. Het atrium links is bedoeld voor ontspanning, met onder meer retail, een kapper en een uitnodigend vormgegeven restaurant. Het atrium aan de andere kant heeft een zorgkarakter, hier is een ontvangstplein met incheckbalies voor bloedafname. Beide atria hebben een grote volledig glazen pui in een houten constructie met poorten die doorlopen in het dak, zodat er overvloedig daglicht binnen komt. Om de hoogte van de ruimte te breken verspringen per verdieping de vloeren in positie; zo is er een geleidelijke opbouw en een mooi contact tussen de verdiepingen. Op de gebroken witte vloer van de publieke ruimtes liggen karpetten met prachtige motieven, die zijn gebaseerd op de gegraveerde Bossche School-glyptieken en de zitgedeeltes markeren. Geen echte wollen karpetten, maar geprint op de vinylvloer. “Dat biedt ook voordelen voor de toekomst”, stelt Hobo, “want het materiaal blijft altijd beschikbaar. Bovendien zie je beschadigingen niet direct en als ze er zijn, kun je delen van de vloer vervangen.” De wachtruimtes bij de poli’s zijn ingericht met losse meubelen – waaronder banken, tafels met stoelen en loungefauteuils – en doen denken aan een hotellobby. Van den Berg: “We hebben de pleinen en ontvangstgebieden zo gemaakt dat je zo weinig mogelijk het gevoel hebt dat je er zit te wachten. Er staat een scala aan meubilair, waardoor je kunt kiezen hoe je er zit, bijvoorbeeld alleen of samen, of om te werken. En omdat alles los staat kan de setting steeds worden veranderd.” De meubelen zijn gestoffeerd met een op echt stof lijkende kunststof. “Er zijn zeer hoge hygiëne-protocollen in een ziekenhuis.”
Ook de verlichting levert een positieve bijdrage aan de sfeer. Zo is er niet als in veel ziekenhuizen een hard licht vanuit het plafond, maar zijn verschillende lichtniveaus gecreëerd.
Kruispunt
Je loopt steeds door een houten kader van de ene naar de andere afdeling en komt dan direct in een andere sfeer; de kaders zijn geïnspireerd op de stenen poorten in het bestuursgebouw, maar daar zijn ze van natuursteen. Op de lange gangen langs de spreekkamers heb je op het einde altijd uitzicht naar buiten en zie je mooi het verloop van de verschillende kleuren, “en die zijn vrij uitgesproken voor een ziekenhuis”, zegt Van den Berg. De kleuren zijn ook gebruikt voor de spreekkamers, waarvoor een speciale ronde tafel werd ontworpen waaraan de arts of verpleegkundige samen met de patiënt naar het beeldscherm kan kijken.
Veel onderzoek werd ook gedaan naar de organisch vormgegeven balies in HiMacs. Hobo: “Die staan steeds op een kruispunt tussen verschillende routes en moeten aan veel eisen voldoen.” Er werden diverse soorten bedacht, waarbij onder meer werd gekeken naar de ergonomie, de functie, de afmetingen en de locatie. Bij de entree is een tweetal extra brede balies, zodat je daar nooit lang hoeft te wachten – als in een hotel. In het atrium staan terminals waar patiënten zelf kunnen inchecken. Tijdens de rondleiding blijkt een medewerker toch niet tevreden te zijn over de balie waaraan ze werkt: ze mist het contact met de afdeling en er is niet genoeg ruimte. Van den Berg: “Een balie is een moeilijk onderdeel. Ze zijn bijna niet te standaardiseren voor elke functie en je weet van te voren nooit precies hoe ze worden gepersonaliseerd voor een prettig gebruik. We gaan nu kijken hoe we dit op kunnen lossen, want het verzamelen van ‘lessons learned’ en het verbeteren houdt nooit op.”
Room with a view
Op de 3e tot en met de 5e verdieping zijn de verpleegafdelingen. Het Radboudumc telt 150 eenpersoonskamers, elk met een eigen sanitaire ruimte. Ook aan het ontwerp van de kamers gingen veel onderzoek vooraf. Van den Berg: “We hebben er zo’n 2,5 - 3 jaar op gestudeerd, samen met (ex-)patiënten, artsen en professoren van het Radboudumc.” Tot de laatste behoorde onder andere Harry van Goor, die een ‘room with a view’* voor ogen had. Alle kamers hebben vrij en onbelemmerd uitzicht naar buiten – veelal op tuinen en dakterrassen – en de patiënten kijken nooit bij elkaar naar binnen.
De kamers zijn maximaal gericht op de patiënt en in hoge mate te personaliseren, ook voor de bezoekers en het personeel. Voor een rustgevend uitstraling is de apparatuur zo onzichtbaar mogelijk weggewerkt. “Het vinden van een balans tussen rust en de benodigde apparatuur is een hele kunst”, zegt Hobo. “We wilden ook de gebruikshandleiding zo intuïtief en eenvoudig mogelijk houden. Dat is veel werk, want niets is zo moeilijk als iets eenvoudigs ontwerpen, je moet niet kunnen zien hoe het tot stand is gekomen.”
In de kamers zijn verschillende digitale innovaties toegepast. Zo hangt er geen drukknopje waarmee je de verpleging oproept, maar is er een ‘smart hospital-systeem’ – met een iPad die niet één, maar een heel arsenaal aan signalen geeft, steeds aan verschillende personen en direct aan de juiste. Van den Berg: “Er wordt specifiek aangegeven waarvoor iemand moeten komen. Als er bijvoorbeeld iets moet worden opgeruimd krijgt de schoonmaker een signaal, zodat niet eerst de verpleging hoeft te komen, wat ze veel tijd scheelt.” De iPad kan tevens worden gebruikt voor bijvoorbeeld het bestellen van een drankje, de bediening van de verlichting of de enorme tv. Ook de vitrage, zonwering en gordijnen zijn elektrisch aan te sturen, om zo de gewenste lichtinval te creëren.
Op de wand achter het bed is een botanische print aangebracht, die terugkomt in het beddengoed. Voor het raam staat een vaste bank, die kan worden uitgeklapt tot slaapbank als een naaste bij de patiënt wil blijven slapen. Het patiëntenbed kan op verschillende manieren worden opgesteld – bijvoorbeeld op de klassieke manier met het hoofdeinde tegen de muur, maar ook in de lengte langs de muur, wanneer minder prikkels en meer afzondering van licht en ruimte gewenst zijn. Om dit mogelijk te maken zijn in de wand dubbele aansluitingen geïntegreerd. Naast de deur van elke kamer hangt eveneens een beeldscherm, waarop achter een code alle gegevens van de patiënt oproepbaar zijn. “Ook bijzonderheden als bijvoorbeeld doofheid van een patiënt, zodat de verpleging daarmee rekening kan houden”, aldus Van den Berg.
Landgoed
Bij elke verpleegafdeling is een patiëntenlounge met comfortabele zitjes, steeds met uitzicht op het entreegebied, zodat patiënten hun bezoek binnen kunnen zien komen, of nog een keer een afscheidszwaai kunnen geven. De grafische laag is in de lounges doorgezet, met op de vloer een geprint karpet. De zesde en zevende verdieping zijn de stafafdelingen, met open en gesloten kantoren met activiteiten-gerelateerde werkplekken en een tweetal grote loungeruimtes. De lounge op de zesde verdieping werd door Suzanne Holtz ontworpen als een gemoedelijk café, die op de zevende verdieping als een bibliotheek – met houten kasten waarvoor alle professoren boeken leverden die anders her en der op hun kamers zouden staan. Op deze verdieping zit je het dichts bij de hemel en de kamers hebben er namen van vogels.
Het hoofdgebouw is sinds 2021 geleidelijk in gebruik genomen, maar werd pas in september 2022 door de koning geopend. Van den Berg: “We hebben de tijd genomen om het proces soepel op te kunnen starten.” Maar, voegt Hobo daaraan toe, “nu begint het pas, want ondanks alle oefeningen kun je nooit alles voorspellen en op veel zaken heb je geen invloed. Wat niet goed blijkt te werken, gaan we aanpassen.”
De komende jaren worden nog verschillende renovaties en verbouwingen, en sloop en terreinwerkzaamheden ter completering van het masterplan verricht. Naast het hoofdgebouw worden bijvoorbeeld verschillende gebouwen gesloopt en vervangen door groen, waardoor een echt landgoed zal ontstaan, uniek voor een ziekenhuiscampus.
Legenda:
Opdrachtgever Radboudumc, Nijmegen
Architect EGM architecten
Interieurarchitect SHS (Suzanne Holtz Studio), EGM interieur, Team Inrichting en Design Radboudumc
Tuin- en landschapsarchitect Copijn
Vaste inrichting Keijsers Interiors
Losse meubelen Gispen, Arper, Havee
Verlichting Etap
Gordijnen Artimo
Vloeren Forbo (Eternal), Tarkett, Gerflor
Vloerprints M4Printing
Kunstwerk atrium Studio Drift
Kunstwerk centrale hal Studio Tanja Smeets
Smartsign (digitale patiëntkamerschermpjes) Innivo
Huisvestingsadvies en procesmanagement ptg advies
Lift installateur Kone
Constructeur Aronsohn
Werktuigbouwkundig adviseur Deerns
Akoestisch/bouwfysisch adviseur Peutz
Adviseur duurzaamheid en BREEAM DGMR
Hoofdaannemer en werktuigbouwkundig en elektrotechnisch installateur FourCare (samenwerking Van Wijnen, Trebbe, Unica en Engie)
Omvang 46.300 m² bvo
- Bekijk ook
- egm.nl
- suzanneholtz.nl