Diederendirrix verrijkte het Van Gogh Village Museum met een uitbreiding die recht doet aan de kunstenaar en aan zijn geboortedorp Nuenen.
TEKST Eva Vroom
FOTOGRAFIE Ossip van Duivenbode
Het Van Gogh Village Museum ligt aan de Berg in Nuenen, tegenover het domineeshuis waar Vincent als 30-jarige weer bij zijn ouders introk. Geïnspireerd door het dorp en zijn bewoners ontwikkelde hij zich hier tot een groot kunstenaar en schilderde een kwart van zijn oeuvre, waaronder ‘De Aardappeleters’. Het museum, tot aan de uitbreiding alleen gevestigd in het oude raadhuis, is gewijd aan deze belangrijke Brabantse periode. Het monumentale raadhuis werd echter te klein, en de expositie was toe aan vernieuwing. Diederendirrix Architectuur & Stedenbouw ontwierp de uitbreiding naast het raadhuis en maakte daarmee het museumoppervlak meer dan twee keer zo groot. Het entreegebied in de nieuwbouw is ingericht door Van Eijk & Van der Lubbe. Tinker Imagineers was verantwoordelijk voor de nieuwe permanente expositie in het oude raadhuis.
Historisch lint
Diederendirrix hield bij het ontwerp van de uitbreiding zorgvuldig rekening met de context. Het gebouw moest niet alleen het leven en werk van Van Gogh weerspiegelen, maar zich ook voegen in de kleinschalige dorpsomgeving. Rob Meurders, partner en creative director bij diederendirrix: “Het museum ligt in een karakteristiek dorp aan een historisch lint. Enkele eerdere initiatieven voor nieuwbouw waren al op tegenstand gestuit, ook vanuit Welstand. Voor de uitbreiding wilde het museum graag een Brabants bureau, met affiniteit voor het ontwerpen van iets nieuws bij een bestaand gebouw.
Het museum is niet groot, maar het programma verdubbelde. Aan ons de uitdaging om met de nieuwbouw aan te sluiten bij de schaal van de straat, en tegelijkertijd het monumentale raadhuis in zijn waarde te laten. Het lastigste aspect aan het project is tegelijkertijd ook het meest geslaagde geworden: ondanks de grootte van het programma hebben we het museum toch in de schaal van het dorp weten te passen.”
Huis van de kunstenaar
Naast het huidige museum stonden ooit twee kleine boerderijen. Diederendirrix volgde met het ontwerp van het nieuwe volume de historische parcellering en verwijst naar deze vroegere langskapboerderijen. Meurders: “Wij hebben als presentatie een soort fotomontage gemaakt van gebouwen die vroeger naast het raadhuis stonden. We hebben de tegenstelling tussen deze oude boerderijtjes en het statige raadhuis als uitgangspunt genomen voor het ontwerp. De kap van het nieuwe gebouw blijft aan de voorzijde ondergeschikt aan het monument. De overgang tussen oud en nieuw is zichtbaar gebleven dankzij een smallere verbinding tussen de twee volumes, met bovenin een glazen gang. De nieuwbouw is vormgegeven als een eigenzinnige variant op een ambachtelijke schuur, een echt ‘huis van de kunstenaar’.”
De entree verwijst met zijn vorm naar de oude deeldeuren, en opent zich met een royale boog naar het dorp. Vanuit het entreegebied heb je prachtig zicht op het domineeshuis waar Van Gogh ooit woonde, en op het huis van zijn verboden liefde Margot Begemann ernaast.
Lichtlab
Op de begane grond ligt aan de straatzijde het publieke deel met de museumwinkel, de entreebalie en het museum café, ingericht door Van Eijk & Van der Lubbe. De opvallende verlichting in het museum café kwam tot stand in samenwerking met de eigenaar van de verlichtingsspeciaalzaak naast het museum, vertelt Meurders: “Hij heeft geadviseerd in de keuze van de armaturen, wij hebben vervolgens het patroon ontworpen om ze op te hangen.” Aan de achterzijde bevinden zich de filmzaal en kantoren. Op de verdieping is dankzij de vide volop zicht naar buiten. Een royale overloop leidt naar de zaal voor wisselende exposities en naar ‘Vincent’s Lightlab’, dat tot stand is gekomen in samenwerking met ASML. Hier kun je als bezoeker experimenteren met licht, zoals Van Gogh dat deed in zijn werk. De overloop vormt ook de verbinding met het oude gebouw, waarvan de museale ruimtes opnieuw zijn ingericht door Tinker Imagineers. Meurders: “Tussen de bouwdelen loopt een centrale as. We hebben een ontwerp gemaakt waarmee we heel natuurlijk konden aansluiten op de bestaande routing in het raadhuis.”
Brabantse periode Van Gogh
Diederendirrix verwijst in het ontwerp van de uitbreiding naar Van Gogh’s liefde voor aardse materialen en kleuren. Het staal voor de pui is voorzien van een grove roestbruine poedercoating die aan Cortenstaal doet denken. Voor het dak en de voorgevel zijn bruine gebakken kleipannen gebruikt. Meurders: “We wilden tinten gebruiken, die kenmerkend waren voor het kleurenpalet in zijn Brabantse periode.” De warme kleuren zijn doorgezet in het interieur. “We wilden niet dat je eenmaal binnen in een strakke witte wereld zou komen: de kleuren moesten passen bij zijn werk. Het interieur moest wel royaal zijn, maar we wilden de ruimtes intimiteit meegeven, alsof je in een soort werkplaats bent. Ook de hoge ruimtes voelen niet schaalloos aan.” Dit heeft behalve met de indeling ook met kleuren en materialen te maken. Diederendirrix paste gevlinderd beton toe voor de vloeren, en lokaal geoogst populierenhout op wanden en plafonds bij de museumwinkel en de balie.
Bevlogenheid
Enkele wanden kregen een bijzondere terracottagekleurde leemafwerking. Meurders: “Wij wilden extra textuur aan de wanden geven. Daarom hebben we een systeem bedacht waarbij de wanden met meerdere lagen bedekt werden: eerst zijn ze geschilderd in een donkerder tint, en daarna afgewerkt met een soort Keim met minerale deeltjes. Omdat het museum er huiverig voor was, hebben we eerst een proefwand laten opzetten. Die zag er aanvankelijk niet uit, maar toen het materiaal opdroogde werd het heel mooi. Je kunt de sporen van de spatel in het materiaal zien. Dit geeft een bijzonder effect, zowel bij strijklicht als bij diffuus licht.” Deze textuurrijke afwerking vormt tegelijkertijd een verwijzing naar de pasteuze schildertechniek die Van Gogh hanteerde.
Het zijn dit soort onverwachte keuzes, die het Van Gogh Village Museum tot een heel bijzonder gebouw maken, ondanks zijn bescheiden schaal. Wat zeker ook aan het mooie resultaat heeft bijgedragen, is de grote inzet van iedereen die bij het project betrokken was. Meurders: “Toen ik met dit project aan de slag ging, viel me de bevlogenheid van de medewerkers op. De directeur, Simone van der Heijden, kan groot denken. Er is veel energie in gestopt door de lokale aannemer en landschapsarchitect en dankzij de betrokkenheid van de gemeente kregen wij veel vrijheid. Daardoor is het project veel grootser geworden dan ik aanvankelijk verwachtte.”
Legenda:
Opdrachtgever Van Gogh Village Museum (Vincentre)
Architect diederendirrix Architectuur & Stedenbouw; team: Rob Meurders, Thorsten Schneider, Tom Kuipers, Danny Meijer, Rob van den Broek
Interieurontwerp diederendirrix i.s.m. van Eijk en van der Lubbe
Expositieontwerp oude raadhuis Tinker Imagineers
Interieurbouw Aldenhoven Interieurwerken
Tentoonstellingsinrichting Bruns
Wanden Wergo Afbouw
Schilderwerk Dusol Vastgoedonderhoud
Leverancier vloeren Diba Groep (troffelvloeren), Brugmans Groep (Marmoleum)
Verlichting Billekens licht en advies; Wever & Ducré (Wiro)
Verlichting overig R&J Installatietechniek
Aannemer BanBouw
- Bekijk ook
- diederendirrix.nl
- www.vevdl.com
- tinker.nl