Door haar strategische positie aan de rand van het park zal Nobel I de functie vervullen van een ‘poortgebouw’: een baken met een sterke signaalfunctie. Tegelijkertijd zal Nobel I op een grotere, regionale schaal de vernieuwing van de universitaire campus uitstralen en zo naar een hoger niveau tillen. Nobel I wordt een nieuwe landmark voor de stad Gent en zal, net als de boekentoren van architect Henry Van de Velde beeldbepalend zijn voor de skyline van de stad. Beide torens zijn vergelijkbaar in schaal maar er zijn nog meer gelijkenissen. Daar waar de boekentoren symbool stond voor de ‘moderniteit’, kennis en wijsheid in het centrum van de stad, zal Nobel I een symbool zijn voor innovatie en duurzaamheid aan de rand van de stad waar men Gent binnenrijdt.
Nobel I is gepositioneerd tussen drie bestaande gebouwen: de auditoria F-G, het administratiegebouw en het catering-gebouw. De auditoria en het administratiegebouw zullen na realisatie van Nobel I gesloopt worden. Het relatief recente cateringgebouw gebouw kan worden geïntegreerd in de ‘plint’ van Nobel I, in lijn met de visie van het masterplan dat torens voorziet van zogenaamde (lagere) ‘plinten’.
Voor de toren is een voorlopig programma voorzien voor de eigen diensten van UZ Gent om plaats vrij te maken in het hart van de campus waar een grondige vernieuwing is gepland. Uiteindelijk zal de toren innovatieve, onderzoeksgerelateerde spin-offs huisvesten die een synergie met de medische en farmaceutische wereld kunnen bieden.
Drieledige Nobel I-toren
De architecturale uitstraling van Nobel I is helder en geeft maximaal vorm aan de ambities van het masterplan van Wiegerinck (dat ook betrokken was bij de realisatie van het Amphia Ziekenhuis in Breda) en LOW architecten. De toren staat met zijn voeten in het park. De grote driehoekige elementen ondersteunen het lichaam van de toren. Ze symboliseren de verbondenheid van de lucht en de aarde. Ze dragen het lichaam en tillen het gebouw visueel op. De schuine belijning zorgt voor een speels effect. Door hun vormgeving ontstaat er een interessante dynamiek en vervaagt de grens tussen binnen- en buitenruimte. De toren is modulair en rationeel uitgewerkt en daardoor formeler van uitstraling. De gevel heeft een fijnmazig en open grid dat het gebouw een verfijnde elegantie geeft. Door deze openheid ontstaat een wisselwerking tussen de toren en de campus. De toren staat dan ook symbool voor een nieuw tijdperk, voor een nieuwe kennisindustrie waar gebruikerscomfort en welzijn centraal staan.
Het dak van Nobel I is letterlijk de bekroning op het werk. Het is opgevat als een groene oase, een tuinkamer. Het groen dat wordt ingenomen in het park wordt als het ware naar boven getild en ‘teruggegeven’ op de bovenste verdieping. Deze kroon is een belvédère hoog in de lucht. Op de bovenste verdieping – waar tevens enkele vergaderlokalen en een polyvalente ruimte voorzien zijn – geniet je van een adembenemend 360°-uitzicht over Gent.
Duurzame gevel
Omdat een torengebouw slechts een beperkt dakoppervlak heeft, wordt de huid van het nieuwe Nobel I uitgewerkt als Energie-Gevel. Op de zuidgevel worden onder de raamopeningen pv-cellen voorzien. Verder is de gevel zodanig ontworpen opdat de opwarming tot een minimum gereduceerd wordt. Door de gevel-elementen 50 cm te laten uitkragen ten opzichte van het glas ontstaat een slimme zonwering. Op niveau van gevelafwerking wordt de aluminium gordijngevel van geïntegreerde ventilatieopeningen voorzien met een akoestisch tussenschot. Zo wordt geluidstransmissie tussen verschillende ruimten en geluid van buitenaf gereduceerd wanneer de luikjes geopend zijn. Deze energie-gevel zorgt niet alleen voor groene stroom, maar ook voor een technologische en duurzame uitstraling die past bij een R&D campus.
(Fotografie: Atelier Claar)
- Bekijk ook
- https://wiegerinck.nl/